Financiële kaders
Voor het opstellen van de Programmabegroting 2020 hanteren we algemene uitgangspunten. Deze gaan over het aantal inwoners, de toe te passen indexering voor lonen en prijzen en de belastingtarieven.
Inwoners
Het aantal inwoners ramen we voor de periode 2020-2023 op 34.700 inwoners.
Indexering lonen en prijzen
Het inflatiepercentage voor 2020 baseren we op de cijfers in het CEP 2019 van het Centraal Planbureau. Deze cijfers zijn in maart 2019 gepubliceerd. Hierop baseert het rijk doorgaans ook de cijfers in de meicirculaire.
De raming voor lonen in 2020 verhogen we met 1,9% ten opzichte van 2019 en die voor prijzen met 1,4%. Voor de baten hanteren we hetzelfde inflatiepercentage als die voor prijzen, te weten 1,4%. Voor de jaren na 2020 ramen we nu geen inflatiecorrectie, maar doen we dit in de kadernota’s van de volgende jaren.
In 2020 krijgen de gemeenschappelijke regelingen volgens de Begrotingsrichtlijnen regio Nijmegen (BRN) een compensatie van 3,6% (dit is inclusief 0,78% nacalculatie over 2019).
Op basis van deze gegevens ramen we dat de lasten stijgen met € 1.398.000 en de baten met € 1.378.000. Hiervoor is een stelpost opgenomen op programma Ons geld.
Bij de uitwerking van deze uitgangspunten naar de begroting 2020 passen we niet standaard een algemene inflatiecorrectie toe. Per raming maken we bij het opstellen van de begroting een realistische inschatting. Zo kan het inflatiepercentage voor de loonstijging nog worden bijgesteld als er een nieuwe akkoord is bereikt over een CAO voor gemeenten per 2019.
Belastingen, heffingen en leges
Hieronder geven we per belasting, heffing of leges aan wat het uitgangspunt is voor de begroting 2020.
Omschrijving | Uitgangspunt |
Onroerende zaakbelastingen (OZB) | De tarieven voor 2020 verhogen we met de inflatiecorrectie (1,4%). |
BIZ-belasting | Voor de Bedrijfs Investerings Zone Belasting (BIZ) is een uitvoeringsovereenkomst aangegaan met de Vereniging BIZ Groesbeek Centrum voor een periode van 5 jaar. Deze overeenkomst loopt tot en met 2021. De tarieven wijzigen niet. |
Toeristenbelasting | Voor 2020 stijgen de tarieven met € 0,01 per overnachting. Dit sluit aan met de in het verleden gemaakte afspraken met de STER (Stichting Toerisme en Recreatie). |
Forensenbelasting | Bij de tariefsverhoging voor 2020 is aansluiting gezocht bij het gemeentelijk beleid over de toeristenbelasting. Uitgaande van het laagste tarief toeristenbelasting betekent dit een verhoging van de forensenbelasting met 2%. Het tarief ronden we af op hele euro's en komt voor 2020 uit op € 156. |
Afvalstoffenheffing | Uitgangspunt is dat de afvalstoffenheffing kostendekkend is. |
Rioolheffing | Uitgangspunt is dat de rioolheffing kostendekkend is. De tarieven verhogen we conform het GRP (Gemeentelijk RioleringsPlan) met 5% + 1,4% inflatiecorrectie. |
Rioolaansluitrecht | Ook hier is het uitgangspunt dat het tarief kostendekkend moet zijn. |
Grafrechten | De tarieven voor 2020 verhogen we met de inflatiecorrectie (1,4%). |
Marktgelden | De tarieven voor 2020 verhogen we met de inflatiecorrectie (1,4%). |
Leges, gebaseerd op tijdsbesteding | Deze tarieven berekenen we opnieuw op basis van het nieuwe uurtarief voor 2020. |
Leges rijbewijzen of paspoorten | Voor de leges voor rijbewijzen en paspoorten stelt het Ministerie van Binnenlandse Zaken normen en/of maximum tarieven vast. Wij brengen de door het Ministerie vastgestelde tarieven in rekening bij de aanvragers. |
Leges overig | De overige tarieven in de legesverordening verhogen we met de inflatiecorrectie (1,4%). Op grond van het dekkingsplan 2018-2021 hebben we de raming van de legesopbrengst met € 50.000 verhoogd. |
Eind 2019 komen we met een raadsvoorstel over de belastingtarieven voor 2020. |
Reserve rekeningresultaten/ stelpost onderuitputting
In onze vorige (meerjaren)begroting 2019-2022 is een aanwending van de reserve rekeningresultaten van ongeveer € 624.000 per jaar geraamd. Nieuwe toezichtregels van de provincie geven aan dat deze aanwending niet meer onbeperkt ingezet mag worden voor het sluitend maken van de begroting. We mogen deze aanwending dus niet meer aanmerken als een structurele inkomst.
Daarom heffen we de reserve rekeningresultaten per 2020 op. Daarmee komt ook de aanwending van de reserve te vervallen. Tegelijkertijd verhogen we de stelpost onderuitputting met € 500.000 voor het jaarlijks te verwachten rekeningoverschot naar € 1.000.000.